Leefbaarheid
Met het begrip leefbaarheid wordt aangegeven hoe aantrekkelijk en/of geschikt een gebied of gemeenschap is om er te wonen, of te werken. Het is een typisch containerbegrip, een verzamelwoord voor kwaliteitskenmerken van een woonomgeving. Iedereen heeft een idee van de betekenis, maar de exacte omschrijving is sterk afhankelijk van tijd en plaats. Zo kan voor niet-economisch afhankelijke bewoners van een toeristenplaats een bepaalde situatie in het hoogseizoen onleefbaar zijn, terwijl voor de lokale toeristische ondernemer het oordeel over de leefbaarheid op dat moment heel anders kan luiden.
Uit studies en uitlatingen van makelaars blijkt dat de prijs van woningen voor een groot deel wordt bepaald door de woonomgeving, lees: de leefbaarheid.
Definitie
Een algemene definitie van leefbaarheid luidt als volgt; ‘geschikt om erin of ermee te kunnen leven’ (Van Dale, 1997).
Leefbaarheid is dus een uitspraak over de relatie van een subject (een organisme, een persoon of een gemeenschap) en de omgeving. Dit kan van toepassing zijn op verschillende schalen;
- De leefbaarheid van een konijnenhok,
- De leefbaarheid van de wereld.
De term ‘geschiktheid’ heeft vaak betrekking op een minimale waarde, voldoende, maar niet veel meer dan dat.
- Een leefbare wijk lijkt daarmee eenzelfde kwaliteitsniveau te duiden als een eetbaar diner of een leesbaar boek (van Dorst, 2005).
- Een leefbare planeet: het voorkomen en bestrijden van milieubelasting (Meadows, 1972).
In de jaren 70 heeft leefbaarheid zijn intree gedaan in de gemeentelijke politiek. Leefbaarheid betekende hier: niet de gebouwen, maar de mens centraal, niet de kwantiteit, maar de kwaliteit. Vermeulen, toenmalig Rotterdamse wethouder beschreef het begrip als volgt: “Bakstenen kun je tellen, leefbaarheid niet” (Dieten en Moscoviter, 1994, in Van Dorst, 2005).
In 2002 gaf het Sociaal en Cultureel Planbureau de volgende omschrijving: het samenspel tussen fysieke kwaliteit, sociale kwaliteit, sociale kenmerken en veiligheid van de omgeving. In 2005 zet Van Dorst de drie perspectieven op leefbaarheid op een rijtje:
- De kennelijke leefbaarheid als optimale match tussen mens en omgeving => Hoe vindt u dat het moet zijn
- De gepercipieerde leefbaarheid vanuit het perspectief van de mens => Wat vindt u er NU van
- De veronderstelde leefbaarheid vanuit de omgeving gedefinieerd. => Hoe denkt de gemeente dat het is
Bepalende factoren
Duidelijk is dat bij de beoordeling van de mate van leefbaarheid verschillende factoren (indicatoren) een rol spelen. In ieder geval horen daartoe:
- De aanwezigheid van voldoende voorzieningen zoals scholen, winkels, parkeerfaciliteiten, openbare verlichting, groen en openbaar vervoer
- Aspecten die de mate van (sociale) veiligheid bepalen zoals inbraak, drugsgebruik, vandalisme en verkeer.
- Zaken die te maken hebben met het milieu zoals vervuiling, zwerfvuil, bodemverontreiniging, luchtkwaliteit en geluidsoverlast
- De kwaliteit van de openbare ruimte zoals dat tot uiting komt in een al dan niet verloederd straatbeeld, leegstand, autowrakken of zeerlangparkeerders, kapotte speeltoestellen en de onderhoudsstaat van parken en straten
- Sociale kenmerken zoals de aanwezigheid en kwaliteit van buurtcontacten en vormen van burenhulp
- De mate waarin de overheid de door haar gestelde regels op het gebied van leefbaarheid wel of niet handhaaft